Dit is een publicatie van SER
Door alle aandacht voor krapte op de arbeidsmarkt, zou je haast vergeten dat veel langdurig werklozen er niet in slagen een baan te bemachtigen. Met speciale trajecten proberen gemeenten hen toch weer aan het werk te krijgen. Zo ook Den Haag en Groningen. De aanpak van de gemeenten verschilt. Maar ze opereren vanuit dezelfde gedachte: “Meedoen is zó belangrijk. Niet alleen het individu, de hele samenleving profiteert daarvan.”
Op een arbeidsmarkt die krapper is dan ooit, is het een logisch streven zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen – ook degenen die met een uitkering ‘aan de zijlijn’ staan. Volgens de Groningse wethouder Carine Bloemhoff – met onder meer economische zaken, arbeidsmarkt, werk en participatie in haar portefeuille – lukt dat goed. “In Groningen hebben we 8.900 mensen in de bijstand. Een groot deel van hen wordt in stapjes naar een reguliere baan begeleid.” Maar er is een groep waarvoor, zoals Bloemhoff dat noemt, ‘loonvormende arbeid’ niet is weggelegd – óók niet als daar door werkcoaches veel aandacht en energie in wordt gestopt. “Daardoor zitten sommigen al 10 jaar in de bijstand. Het zijn mensen die veel hebben meegemaakt, denk bijvoorbeeld aan schuldenproblematiek en stress. Maar een formele beperking is er niet.”
Taken die blijven liggen bundelen tot een baan
Bij deze mensen zit wel degelijk arbeidspotentieel en motivatie om een maatschappelijke bijdrage te leveren. De gemeente Groningen heeft daar een antwoord op, in de vorm van de basisbaan. “In Groningen vragen we organisaties, bedrijven en bewoners welke taken in de wijk er blijven liggen. Het gaat bijvoorbeeld om het schoon en netjes houden van de openbare ruimte, er zijn werkzaamheden bij het buurthuis of de school, speelplekken moeten gereinigd worden en er zijn taken in de zorg: bijvoorbeeld aan de balie of hulp bij activiteiten.”
De deelnemers komen na een jaar in aanmerking voor een vast contract. De doorstroom naar regulier werk is dus geen doel. Een basisbaan mag geen regulier werk verdringen. “Dat zou oneerlijk zijn. Ik maak weleens mee dat collega-wethouders zeggen: in die of die branche is zoveel personeelstekort, kan daar geen basisbaner komen? Maar het gaat echt om losse taken die blijven liggen.”
Lees verder